Janna van Wetering: Bijbaan in de horeca
"Het gesprek met de tutor heb ik jarenlang in mijn achterhoofd gehouden."
Toen ik een aantal jaar geleden de bachelor geneeskunde begon en ik iedereen om me heen hoorde over hun baantjes in verpleeghuizen, huisartsenpraktijken en zorgcentra raakte ik lichtelijk in paniek. Ik draaide lange avonden in een restaurant in Amsterdam. Werd het tijd om mijn baan in de horeca op te zeggen? Ik ging elke keer met enorm veel plezier naar het restaurant waar ik werkte, ik werkte hier in een hecht team en genoot enorm van het chaotische horeca leven als serveerster in een groot restaurant. Na een tijdje werd ik hier leidinggevende en heb ik ontzettend veel geleerd over organiseren, aansturen en managen. Maar wel in een compleet andere sector dan waar ik later wilde gaan werken, namelijk: de zorg. In mijn tweede jaar studie had ik een neurochirurg als tutor die mij op het hart heeft gedrukt dat het 'in de zorg werken' waarschijnlijk voor de rest van je leven gaat zijn, en dat als je iets doet wat je leuk vindt (ook al is dat in de horeca en totaal niet zorggerelateerd) je daardoor echt niet minder snel voor een opleidingsplek wordt aangenomen. Dit gesprek heb ik jaren in mijn achterhoofd gehouden.
In de wachttijd voor mijn coschappen begon het ziekenhuisleven wat meer te kriebelen en leek het me leuk om toch een zorggerelateerd baantje te gaan doen waar ik van zou kunnen leren. Toch kwam het idee van niet aangenomen worden omdat ik lang in de horeca had gewerkt naar boven. Ik was denk ik 1 minuut bezig met mijn sollicitatiegesprek bij de poli Kindergeneeskunde van het VUmc toen er vol enthousiasme werd gevraagd naar mijn ervaringen in het restaurant, hoe ik daar op jonge leeftijd een leidinggevende functie heb gekregen en hoe goed het was dat ik daar mijn hart heb gevolgd en niet voor een baantje in het verpleeghuis ben gegaan terwijl ik daar eigenlijk helemaal geen zin in had. Een uur na het gesprek werd ik gebeld dat ze me graag wilden aannemen, en met veel plezier heb ik naast mijn baan in het restaurant veel leerzame diensten gedraaid op de kinderpoli.
De woorden van mijn tutor destijds zijn me altijd bijgebleven en wil ik jullie ook graag meegeven. Volg je hart! De gemiddelde geneeskundestudent zal altijd beter, meer en specialer willen zijn. De beste manier om jouw studiepad zo goed mogelijk door te komen is door je eigen gevoel te volgen. Doe de baan (of werk even lekker niet) waar jij zin in hebt, waar jij gelukkig van wordt, dan zal je zien dat de rest op zijn tijd wel op zijn pootjes terecht komt.
Elise Beijer: Medische bijbaan
"Ik heb ontdekt wat voor mij belangrijk is, en wat ik juist niet wil."
Mij werd gevraagd een blog te schrijven; zou ik jou adviseren een medische bijbaan te nemen? Waar zal ik eens beginnen... Allereerst maar met: absoluut! Ik kwam namelijk een paar dagen geleden thuis na een dag assisteren op de operatiekamers en toen besefte ik me wat een geluk ik toch eigenlijk heb dat ik deze ervaring al op mag doen zo enorm vroeg in mijn opleiding. Hierdoor kan ik zien of de chirurgie/anesthesiologie, de collega’s, dit werk, en ga zo maar door, bij mij passen. Dit raakt mijns inziens ook gelijk de kern van deze blog.
Als geneeskundestudent moet je veel keuzes maken, één daarvan krijg je regelmatig als gesprekopener toegeworpen: “Wat wil jij worden als je later groot bent?”. Je leeft eigenlijk vooral in ‘de toekomst’ en ik hoor regelmatig de onzekerheid bij medestudenten; “Over een aantal jaar ben ik basisarts, dan moet ik proberen een plek te bemachtigen voor een vierjarig promotietraject, of als ANIOS werkervaring opdoen, om dan hopelijk binnen te komen bij een specialisatie waar ik vervolgens +/- zes jaar AIOS ben. Daarna word ik waarschijnlijk fellow en hopelijk bemachtig ik daarna uiteindelijk ergens een stafplek.” Maar, wacht even… Naast wellicht onzekerheid over het eindpunt, is het denk ik ook belangrijk om te beseffen dat deze hele reis gewoon ontzettend leuk is. Wat wil jíj nou eigenlijk, en belangrijker nog: wat past er bij jou?
Er is nog van alles mogelijk voor ons in deze fase. Op dit moment staan we nog aan het begin van de opleiding wat veel ruimte voor ontdekkingen geeft en is het eigenlijk heel belangrijk om in het ‘nu’ te leven. Wat vind jij nou interessant en leuk qua specialisme, en wat juist totáál niet? Hoe fijn en belangrijk (als je er bij stilstaat) is het dan eigenlijk om vroeg in je opleiding hiernaar op zoek te gaan. Juist op het moment dat je nog alle ruimte en vrijheid hebt en nog niet in een bepaald vakje qua specialisme hoeft te denken.
Nu zal ik tot mijn punt komen: mij hebben medische bijbaantjes heel erg geholpen hierin. Ik heb ontdekt wat voor mij belangrijk is en ik kan hier nu met meer zekerheid en vertrouwen naartoe werken, zeker ook omdat ik weet wat ik niét wil. Als onderzoeksassistent bij de oncologische chirurgie en reumatologie heb ik veel geleerd over de principes en uitvoering van wetenschap. Na alle positieve én negatieve kanten die daarbij van toepassing zijn meegemaakt te hebben, ben ik eruit dat ik mij in de toekomst enorm graag met wetenschap zou willen blijven bezighouden. Hetzelfde geldt voor onderwijs geven. Via onder andere mijn baantje als student-assistent anatomie heb ik ervaren hoe ontzettend leuk het is om kennis over te dragen naar anderen en echt het spreekwoordelijke ‘kwartje’ te zien vallen bij studenten. Daarnaast heb ik via mijn bijbaan als student OK-assistent allerlei ins en outs van het werken op de OK mogen zien. Van de samenwerking en communicatie tussen de vele disciplines (anesthesioloog, anesthesiemedewerker, chirurg, OK-assistent; iedereen is belangrijk om het rad draaiende te houden!), de (soms onvergetelijke) patiënten (en collega’s…😉) tot de ingewikkelde technieken binnen de chirurgie en anesthesiologie die bij operaties komen kijken.
Ik zou nog uren kunnen doorschrijven. Ik heb deze baantjes altijd gehad voor de ervaring die ik ermee op deed en niet primair voor CV-building of het geld wat ik ermee verdiende. Dat klinkt misschien gek, maar ik denk dat wanneer je luistert naar je intrinsieke motivatie dit soort ervaringen hartstikke leuk en waardevol zullen zijn. Én dat is weer precies wat je in je baan als toekomstig arts ook móet vinden, zodat je je werk volhoudt en, niet onbelangrijk, plezier en voldoening uit je vak kan blijven halen.