De eerste stap is natuurlijk iemand benaderen voor je scriptie. Hoe heb jij dat gedaan?
Voor mijn bachelorscriptie ging ik via Google op zoek naar onderzoeksafdelingen binnen het specialisme waarin ik geïnteresseerd was. Ik kwam uiteindelijk bij een onderzoeksgroep van het AMC terecht en dook in hun publicaties. Toen ik een thema zag dat me aansprak, raapte ik de moed bij elkaar om de eerste auteur gewoon een mailtje te sturen. Je moet natuurlijk ook een beetje geluk hebben met wie je treft, maar mensen zijn vaak veel sneller geneigd om je te helpen als je oprechte interesse toont. Ik vroeg bijvoorbeeld of we een keertje koffie konden gaan drinken omdat ik wat vragen had over een paper die deze persoon had gepubliceerd. Toen kwam ook ter sprake dat ik op zoek was naar een begeleider voor mijn scriptie. Er werden toen al snel plannen gemaakt om te brainstormen over een onderwerp, en voor ik het wist kon ik aan de slag! In dit soort gevallen moet je dus gewoon durven en een poging wagen.
Mijn masterthesis was iets makkelijker te regelen, omdat er al veel aanbod was vanuit de opleiding zelf. Ik heb toen de hoofdonderzoeker van een specialisme gemaild en aangegeven in welk onderwerp ik geïnteresseerd was, waarna ik al snel gekoppeld werd aan een junior onderzoeker.
Hoe kwam publicatie ter sprake?
Ik heb in beide gevallen tijdens onze eerste ontmoeting al meteen duidelijk gemaakt dat ik interesse had in publiceren. Ook wat betreft auteursvolgorde heb ik gevraagd wat ik kon verwachten. Het helpt om dit in een zo vroeg mogelijk stadium uit te spreken en af te stemmen, omdat je dan weet waar je aan toe bent en hiermee rekening kan worden gehouden.
Wat moet je doen om te kunnen publiceren?
Als je eerste auteur wil worden, komt het er vaak op neer dat je het grootste deel van de analyses en het schrijfwerk uitvoert. Dat is best hard werken! Het helpt hierbij om al wat skills en kennis te hebben, vooral wat betreft statistiek (als je een kwantitatief onderzoek doet) en wetenschappelijk schrijven. Ikzelf heb het grotendeel van deze vaardigheden uit de research minor gehaald die ik in het derde bachelorjaar heb gevolgd. Echter, ook als je dit niet hebt, denk ik dat alles ook gaandeweg te leren valt. Het is hierin heel belangrijk om om feedback te vragen. Mijn scripties zijn heel vaak door de molen gegaan voordat mijn supervisors en ik er tevreden mee waren. Ik denk dat het allerbelangrijkste is dat je doorzettingsvermogen hebt, maar ook op tijd om hulp durft te vragen als je vastloopt.
Hoe zag het publicatietraject eruit?
Het traject tussen het indienen van mijn bachelor- en masterthesis en het uiteindelijk publiceren van mijn onderzoek heeft in beide gevallen ongeveer een jaar geduurd. Alhoewel ik beide scripties vanaf het begin al schreef met een publicatie in het achterhoofd, moest er uiteindelijk nog best veel aan veranderen. Elke journal heeft natuurlijk andere eisen waar je aan moet voldoen. Daarnaast komt er vaak best veel commentaar nadat je je paper hebt ingediend, soms zelfs waar je aanvullende analyses voor moet doen. Alhoewel mijn bacheloronderzoek na wat aanpassingen meteen werd geaccepteerd, werd mijn masteronderzoek eerst een aantal keer afgewezen. Gelukkig doe je dit soort dingen niet alleen, en kan je altijd terugvallen op je supervisor en de rest van het team. Het is wel een traject waar je even je schouders onder moet zetten, omdat het dus best lang kan duren. Als je overigens co-auteur bent hoef je meestal een stuk minder te doen in het publicatieproces, wat ook een goede optie is voor studenten.
Wat is je laatste tip aan studenten die ook hun scriptie zouden willen publiceren?
Publiceren is waardevol, maar zeker geen voorwaarde voor succes. De prestatiedruk binnen geneeskunde is erg groot, en het is makkelijk om jezelf met anderen te vergelijken. Ik zou zeggen: lukt het, leuk!, maar lukt het niet, dan is dat ook niet erg. Doe vooral waar je zelf zin in hebt en wat je leuk vindt, dan kom je er uiteindelijk ook wel.