Na mijn afstuderen wilde ik kinderarts of internist/hematoloog worden, helaas was het in die tijd ontzettend moeilijk om een opleidingsplaats te bemachtigen. Aangezien mijn grote liefde inmiddels in het VK werkte trok ik de stoute schoenen aan en solliciteerde ik naar een baan in een groot districtsziekenhuis. Ik kreeg een baan aangeboden als ‘senior house officer’ op de Interne & Geriatrie voor maar liefst 96 uur in de week! Het was superhard werken, maar wat heb ik toen veel meegemaakt en geleerd! In het Midden-Oosten had ik een kraambureau en in Afrika werkte ik als vrijwilliger in een Day Centre voor een NGO. Het dikke boek van 5 kg. Tropical Diseases wat ik meenam uit Nederland kwam goed van pas, maar bovenal leerde ik veel van de lokale verpleegkundigen en de artsen die aan dit centrum waren verbonden.
Na 15 jaar buitenland en inmiddels 3 kinderen rijker keerden wij terug in Nederland. Een intensieve opleiding was niet meer haalbaar. Toevallig rolde ik toen in de bedrijfsgeneeskunde, een vak wat qua belasting heel goed paste in deze levensfase. Het bleek zo interessant dat ik na een jaar in opleiding ben gegaan, dat kon parttime. Als bedrijfsarts mag je mensen begeleiden die verzuimen voor hun werk wegens zeer uiteenlopende medische redenen. Je hebt je eigen vaste bedrijven en zo mag je deze mensen soms wel twee jaar begeleiden. Daarnaast mag je bedrijven adviseren over uiteenlopende arbo-zaken.
Toen ik net klaar was met deze opleiding hoorde ik via via dat het VUmc met een nieuw curriculum ging starten en docenten hiervoor nodig had. Inmiddels ben ik ruim 10 jaar werkzaam als arts-docent Klinisch Trainings Onderwijs (KTO) voor de Interne Geneeskunde (in het Spaarne Gasthuis). Dat doe ik 2 dagen per week, mijn duo partner werkt ook 2 dagen, daarnaast bleef ik 2 dagen werken als bedrijfsarts. Dit is meestal prima te combineren.
Aan mij de bijzondere taak om groepjes van 8 zeer gemotiveerde studenten in 3 weken tijd voor te bereiden voor hun volgende stap, hun allereerste klinische coschap. Tegen patiënten die ik uitzoek voor het onderwijs, zeg ik vaak: ‘Ik heb de leukste baan van het hele ziekenhuis!’ Zo mag ik met de studenten oefenen met de anamnese en LO bij echte patiënten, bedside teaching geven (bijv. souffles luisteren bij patiënten) en interactief onderwijs geven. Het accent ligt op het leren klinisch redeneren. Het samenwerken met mijn duo partner is heel intensief, daarnaast hebben we een gezellig team met meerdere KTO docenten. Als docent ben ik ook mentor van individuele studenten, ik mag hen longitudinaal volgen tijdens hun 3 masterjaren door 9 gesprekken met hen te voeren. Ik moest wel bevoegd raken om dit allemaal te mogen doen, hiervoor deed ik een relatief korte opleiding ‘Basis Kwalificatie in het Onderwijs’.
Dat het een vak is wat inspirerend blijft heeft mijn duo partner bewezen die net op zijn 75e uiteindelijk met pensioen is gegaan!